Jezus buiten de Bijbel ook beschreven ?  

 
Is er eigenlijk Historisch bewijs van het bestaan van Jezus ?
 
Want veel mensen zeggen :' de Bijbel is een sprookjesboek , de Bijbel is een mensen boek , Jezus zal wel bestaan hebben maar was meer een soort goeroe in die tijd , etc...'
 
Ik zal hier wat geschiedschrijvers aan halen die buiten de Bijbel om schreven in die tijd van en na Jezus. 
 
Helaas is er maar weinig bewaard gebleven want De meeste historiografische geschriften uit de Oudheid zijn verloren gegaan of alleen fragmentarisch bewaard. De reden daarvan is dat Jeruzalem en een groot gedeelte van Israël in 70 na Christus door de Romeinen werd binnengevallen en verwoest. Veel inwoners werden afgeslacht. Complete steden werden letterlijk met de grond gelijkgemaakt en verbrand! Het mag ons dan ook niet verbazen dat veel bewijsmateriaal voor Jezus in die tijd werd vernietigd. Veel van de ooggetuigen van het leven van Christus zouden zijn vermoord. Het is waarschijnlijk dat hierdoor het aantal resterende ooggetuigenverslagen over Jezus beperkt is.


Wanneer we in beschouwing nemen dat de bediening van Jezus zich vooral beperkte tot een relatief onbelangrijk gebied in een kleine uithoek van het Romeinse Rijk, dan zien we dat we een verrassende hoeveelheid informatie over Jezus in wereldse historische bronnen kunnen aantreffen. Enkele van de belangrijkere historische bewijsstukken voor Jezus zijn de volgende:

 

De geschiedschrijver Cornelius Tacitus 

 

 
 
 
 

Hij schrijft in zijn werk , genaamd annalen 15 : 44  waar hij de brand van Rome beschrijft : "   En dit waren dan de voorzorgen getroffen door het menselijk verstand. Daarna zocht men de goden te verzoenen en de Sibyllijnse boeken werden geraadpleegd; op grond daarvan hield men biddagen voor Vulcanus en voor Ceres en Proserpina; voorts werd aan Juno eerherstel gebracht door de gehuwde vrouwen, eerst op het Capitool, vervolgens zo dicht mogelijk in de buurt aan zee: men schepte daar water uit, waarmee de tempel en het beeld van de godin zijn besprenkeld; ook godenmaaltijden en nachtwaken werden gehouden door de gehuwde vrouwen, wier mannen nog leefden. 

Maar geen menselijke hulp, geen schenkingen van den princeps, geen verzoening der goden onderdrukten het kwade gerucht: men geloofde vast, dat de brand op bevel was aangestoken. Om daar een eind aan te maken zorgde Nero derhalve dat anderen officieel beschuldigd werden en strafte dezen op uitgezochte wijze: hen, namelijk, die gehaat waren om hun schanddaden en die het volk Christenen noemde. Hun naamgever, Christus, was tijdens Tiberius' oppergezag onder den procurator Pontius Pilatus ter dood gebracht; tijdelijk onderdrukt, brak hun verderfelijk bijgeloof weer uit niet alleen in Judea, de wieg van dat kwaad, maar ook in Rome, waarheen, overal vandaan, alles wat afschuwelijk of schandelijk is zijn weg vindt om er te worden bedreven. Derhalve werden eerst degenen gegrepen die bekenden; vervolgens is op hun aanwijzing de schuld van een enorme menigte komen vast te staan, niet zozeer aan den brand als wel aan een algemenen mensenhaat. Bij hun executie liet men de phantasie vrij spel: in dierenhuiden genaaid werden zij door honden verscheurd of zij werden gekruisigd of verbrand en in den vallenden avond als lantarens gebruikt. Zijn eigen park had Nero voor dit schouwspel ter beschikking gesteld en in het circus aldaar hield hij wedstrijden, zich als menner gekleed mengend onder het publiek of zelf op den renwagen; en zo kreeg men toch nog medelijden met die schuldigen die de meest exemplaire bestraffing wel hadden verdiend: het leek er immers op, dat zij niet om redenen van staatsbelang, maar tot particulier vermaak van één onmenselijk individu werden omgebracht.

 
 
 
 

Flavius Josephus ,  de beroemdste Joodse historicus

 
 
 
 
 
 

UIt :  Testimonium Flavianum  : 

 

 Boek XVIII:

Aanhalingsteken openen

Γίνεται δὲ κατὰ τοῦτον τὸν χρόνον Ἰησοῦς σοφὸς ἀνήρ, εἴγε ἄνδρα αὐτὸν λέγειν χρή: ἦν γὰρ παραδόξων ἔργων ποιητής, διδάσκαλος ἀνθρώπων τῶν ἡδονῇ τἀληθῆ δεχομένων, καὶ πολλοὺς μὲν Ἰουδαίους, πολλοὺς δὲ καὶ τοῦ Ἑλληνικοῦ ἐπηγάγετο: ὁ χριστὸς οὗτος ἦν. καὶ αὐτὸν ἐνδείξει τῶν πρώτων ἀνδρῶν παρ᾽ ἡμῖν σταυρῷ ἐπιτετιμηκότος Πιλάτου οὐκ ἐπαύσαντο οἱ τὸ πρῶτον ἀγαπήσαντες: ἐφάνη γὰρ αὐτοῖς τρίτην ἔχων ἡμέραν πάλιν ζῶν τῶν θείων προφητῶν ταῦτά τε καὶ ἄλλα μυρία περὶ αὐτοῦ θαυμάσια εἰρηκότων. εἰς ἔτι τε νῦν τῶν Χριστιανῶν ἀπὸ τοῦδε ὠνομασμένον οὐκ ἐπέλιπε τὸ φῦλον.

Aanhalingsteken sluiten
Aanhalingsteken openen

63In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Christus64Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op. Hij was namelijk aan hen verschenen op de derde dag, opnieuw levend. De goddelijke profeten hadden die dingen en ontelbare andere wonderlijke dingen over hem gezegd. Tot op de dag van heden is de naar hem genoemde groep van de christenen niet verdwenen.”

 

 

 
 
 
 
 
 

Plinius de Jongere

 

 Plinius was een Romeins letterkundige en politicus      .     https://nl.wikipedia.org/wiki/Plinius_de_Jongere

Hij schreef verschillende brieven , onder andere een ooggetuigenverslag  van  de uitbarsting van de Vesuvius  in 79 , waarbij de stad Pompeii werd verwoest.

 

Maar ook schreef hij over brieven over het leven van Christenen . 

Dit is het boek X van de link onderaan :

"    Plinius aan keizer Trajanus

  1. Het is mijn gewoonte, Heer, om alle zaken waarover ik twijfel aan U voor te leggen. Wie immers is beter in staat om mijn aarzeling en mijn onwetendheid te verhelpen? Ik ben nooit aanwezig geweest bij een feitenonderzoek betreffende christenen, en weet daarom niet, wat en tot hoe ver er gestraft, of onderzocht, behoort te worden.
  2. Ik heb zeer getwijfeld of er rekening gehouden moet worden met de leeftijd van de aangeklaagde; en of er verschil gemaakt moet worden tussen tengere en robuustere personen; en of het feit dat iemand gestopt is met christen te zijn in zijn voordeel zou moeten gelden? En, of reeds de naam ‘christen’, zonder bijkomende schanddaden, gestraft zou moeten worden, of alleen de schanddaden die verbonden zijn met die naam? Tot nu toe heb ik, als christenen aan mij werden voorgeleid, de volgende lijn aangehouden.
  3. Ik vroeg hen, of ze christen zijn. Zeiden ze “Ja”, dan herhaalde ik de vraag een tweede en nog een derde keer, waarbij ik hen telkens waarschuwde welke straf er voor hen dreigt. Hielden ze voet bij stuk dan gaf ik bevel om hen weg te voeren. Want ik twijfelde niet, dat, wat ook precies hun opvattingen inhouden, in ieder geval hun vasthoudendheid en onbuigzame obstinaatheid bestraft behoort te worden.
  4. Sommigen, die eveneens deze waanzin aanhingen, heb ik ter beoordeling naar Rome laten zenden, omdat zij Romeins staatsburger waren. Toen bekend werd dat deze misdaad door mij actief bestreden wordt, nam het aantal aangiften sterk toe – zoals dat nu eenmaal gaat.
  5. Er werd mij een anoniem pamflet voorgelegd waarin allerlei personen ervan werden beschuldigd christen te zijn. Hen die ontkenden christen te zijn of dit ooit te zijn geweest, en de Romeinse goden aanriepen met de woorden die ik hen voorzei, en reukoffers en wijn offerden voor Uw afbeelding en voor de godsbeelden die ik voor deze gelegenheid had meegebracht, en bovendien Christus lasterden – iets waarvan gezegd wordt dat ware christenen er nimmer onder dwang toe te bewegen zijn – heb ik vrijgesproken en heengezonden.
  6. Anderen die door aangevers waren genoemd zeiden eerst dat ze inderdaad christen waren, maar ontkenden het snel daarna. Weer anderen zeiden dat ze christen geweest waren, maar daarmee gestopt waren, de één al drie jaar geleden, de ander ‘al jaren geleden’, en sommigen zelfs ‘al twintig jaar geleden’. Ook zij allen hebben Uw afbeelding en de godsbeelden vereerd, en Christus gelasterd.
  7. Zij verklaarden daarbij echter dat hun schuld, dan wel vergissing, erin had bestaan dat ze de gewoonte hadden om op een afgesproken dag voor zonsopgang bij elkaar te komen; een gebed op te dragen aan Christus als ware hij een god; niet elkaar plechtig te beloven één of ander misdrijf te gaan plegen, maar juist elkaar te beloven geen diefstal, banditisme in opdracht, of overspel te plegen, geen woordbreuk te plegen, en niet te weigeren om goederen die aan hen in bewaring waren gegeven terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. Dat alles gedaan zijnde gingen ze dan uiteen, en kwamen op later tijdstip weer bij elkaar om te eten, gezamenlijk maar zonder daarbij snode plannen te beramen; daarmee waren ze echter gestopt na mijn edict, dat, overeenkomstig Uw opdracht, godsdienstige broederschappen verbiedt.
  8. Daarna besloot ik dat het nu des te dringender was om twee dienstmeisjes, van wie gezegd werd dat ze [mis-]dienaressen waren, te martelen om zo de waarheid te weten te komen. Ik kon echter niets anders van hen gewaar worden dan krom en vreemd godsdienstig geleuter.
  9. Daarom heb ik toen mijn onderzoekingen voorlopig opgeschort om de hele kwestie nu eerst aan U voor te leggen. Het lijkt me namelijk een zaak die belangrijk genoeg is voor Uwe aandacht, gezien het grote aantal mensen dat gevaar loopt. Velen immers, van alle leeftijden, van alle rangen en standen en van beide seksen, worden reeds in opspraak en daarmee in gevaar gebracht, of zullen dat nog worden. En deze verderfelijke besmetting heeft zich niet alleen verspreid in de steden, maar ook in dorpen en op boerenbedrijven. Toch denk ik, dat we de zaak nog kunnen keren en corrigeren.
  10. Duidelijk is in ieder geval, dat de tempels, die al bijna niet meer bezocht werden, nu opnieuw drommen mensen trekken, dat de godsdienstige plechtigheden na lange onderbreking opnieuw plaatsvinden, en dat offerdieren, waar tot voor kort bijna geen vraag naar was, nu weer overal te koop worden aangeboden. Het lijkt dus duidelijk, dat een grote massa mensen van het slechte pad gered zou kunnen worden, als wij hen maar de ruimte zouden geven om hun misstap te berouwen.

[brief 97] Trajanus aan Plinius

  1. Je hebt gehandeld zoals het hoort, beste Secundus, bij het onderzoeken van de zaken waarin christenen voor je gebracht werden. Er kan immers geen algemeen toepasbaar, vast procedé gegeven worden.
  2. Je hoeft niet actief te zoeken naar christenen; als ze worden aangegeven en hun schuld wordt bewezen moeten ze gestraft worden, maar als iemand ontkent christen te zijn en dat bewijst, door een gebed tot onze goden te richten, dan moet zijn berouw ook leiden tot vergiffenis, ongeacht hoe verdacht zijn verleden is. Anonieme pamfletten mogen in strafzaken geen rol spelen. Want ze getuigen van een verwerpelijke instelling, en zijn niet van deze tijd.
 
 
(  inscriptie in het Museo nazionale della civiltà romana )  
 
 

Zo als duidelijk werden ze vervolgt ! Precies wat Jezus ook al vertelde, voor deze brieven, wanneer hij nog op aarde was .

 

 Johannes 15 :  18‘Als de wereld jullie haat, denk er dan aan, dat ze mij eerst heeft gehaat. 19Als jullie de wereld toebehoorden, zou de wereld jullie liefhebben als iets van haarzelf. Maar de wereld haat jullie juist, omdat ik jullie uit de wereld heb uitgekozen en jullie haar niet meer toebehoren. 20Denk aan wat ik gezegd heb: Een knecht staat niet boven zijn heer. Als ze mij hebben vervolgd, zullen ze jullie ook vervolgen; als ze zich aan mijn woorden gehouden hebben, zullen ze zich ook aan jullie woorden houden. 21Maar dat alles zullen ze met jullie doen, omdat jullie in mijn naam komen, want zij kennen niet degene die mij gezonden heeft. 22Ze zouden geen schuld hebben als ik niet gekomen was en tot hen gesproken had. Maar nu hebben ze geen uitvlucht voor hun zonde23-24Wie mij haat, haat ook mijn Vader. Had ik niet bij hen gedaan wat nog niemand anders heeft gedaan – ze zouden geenschuld hebben. Nu echter hebben ze het met eigen ogen gezien, en toch mij en mijn Vader gehaat.25Zo gaat in vervulling wat in hun wet geschreven staat: Ze hebben mij zonder reden gehaat.

26Als ik bij de Vader ben, zal ik jullie de Geest van de waarheid zenden die van de Vader uitgaat. Hij zal komen om jullie bij te staan en om mijn getuige te zijn. 27Ook jullie zijn mijn getuigen, omdat jullie vanaf het eerste begin bij me zijn geweest.

https://ancienthistory.about.com/od/authorsps/a/Letters-Of-Pliny-The-Younger-Book-I-1.htm

 

De Babylonische Talmoed

 
 
 
Uit het sanhedrin 43 A :    
 
Jesus was hanged on Passover Eve. Forty days previously the herald had cried, “He is being led out for stoning, because he has practiced sorcery and led Israel astray and enticed them into apostasy. Whosoever has anything to say in his defense, let him come and declare it.” As nothing was brought forward in his defense, he was hanged on Passover Eve.
 
 
Jezus werd opgehangen op Pascha Eve. Veertig dagen eerder de heraut had gehuild, "Hij wordt geleid uit voor steniging, omdat hij tovenarij heeft beoefend en leidde Israël op een dwaalspoor en verleid ze in afvalligheid. Zo wie heeft iets te zeggen in zijn verdediging, laat hem komen en verklaren. "Als er niets tot zijn verdediging werd gebracht, werd hij opgehangen op Pascha Eve.
 
 
 
Voor een uitwerking van deze bovenstaande tekst klik hier 
 
 

Lucianus van Samosata

 
 
 
 

Hij was een Griekstalige schrijver in het Romeinse rijk. Hij schreef ruim zestig werken van uiteenlopende omvang.  In 'de dood van Peregrinus ' Schrijft hij :

 

" Deze misleide mensen [christenen] hebben het in hun hoofd gehaald te geloven dat zij lichamelijk en geestelijk onsterfelijk zijn en in alle eeuwigheid zullen leven. Dit is ook de reden waarom zij de dood verachten en velen van hen die zelfs vrijwillig aanvaarden. Bovendien heeft hun eerste wetgever [Paulus] hen geleerd dat ze allemaal broeders van elkaar zullen worden, zodra zij de beslissing hebben genomen de Griekse goden te verloochenen, hun knieën voor die gekruisigde sofist [Jezus] te buigen en volgens zijn wetten te leven. Dit alles nemen ze aan op basis van vertrouwen, met als gevolg dat ze alle wereldse goederen verachten door het te beschouwen als gemeenschappelijk eigendom. Een gewetenloos iemand, die de wereld heeft gezien, hoeft zich slechts bij hen aan te sluiten en zijn fortuin is snel gemaakt, hij speelt met hen." 

 

 

Hans Jan Roosenbrand breid verder uit over bovenstaande tekst 

 

Mara bar Serapion

 

 

 

https://en.wikipedia.org/wiki/Mara_bar_Serapion_on_Jesus    Dit was een filosoof uit de Romeinse provincie Syrië .  

In zijn brieven schrijft hij :   

In een passage , Mara Bar-Serapion maakt deze toevallige opmerkingen:

Wat gaf het de Atheners dat ze Socrates doodden? Hongersnood en ziekte kwamen over hen als een oordeel over hun slechte daden. Wat hadden de mensen van Samos eraan dat ze Pythagoras verbrandden? In een ogenblik werd hun land met zand bedekt. Wat hadden de joden voor een voordeel van het executeren van hun wijze Koning? Het was net na dat hun Koninkrijk werd afgeschaft. God op rechtvaardige wijze gewroken deze drie wijzen: de Atheners kwamen om van de honger; de bewoners van Samos werden door de zee verzwolgen; de Joden, beroofd en uit hun land verdreven, zijn overal verspreid. Maar Socrates stierf niet voor goed; hij leefde voort in de leer van Plato. Pythagoras niet voorgoed dood; hij leefde voort in het standbeeld van Hera. Ook de wijze Koning is niet voorgoed dood; Hij leefde voort in de leer die Hij had gegeven.   

 

 

 

Dit is maar een greep uit de vele historische schriften over verwijzing naar Jezus , Joden of Christenen . 

Zoals Mara schreef " Hij leefde voort in de leer die Hij had gegeven "    , kunnen we stellen in 2014 dat  :  

Het christendom telt op wereldniveau 2 miljard gelovigen en is daarmee de grootste religie
 
Dat is op zichzelf al een wonder dat het evangelie  al zo lang voort leeft. !